logo1.jpg (21171 bytes)
logo3.jpg (8852 bytes)

naslag.jpg (3841 bytes)

Mini auto encyclopedie (C) Marcel Snijders


A

Aerocar
Ex-Navy piloot Moulton 'Molt' Taylor zou aanvankelijk voor een auto- fabrikant gaan werken, maar besloot om zijn energie te steken in de realisatie van zijn droom: de bouw van een kombinatie van vliegtuig en auto, de Aerocar. Tussen 1947 en 1972 zijn er in totaal zeven Aerocar's in de fabriek te Longview, Washington gebouwd. Vleugels en staartstuk zijn redelijk simpel te demonteren en vormen dan samen een trailer die door het autogedeelte naar een vliegveld kan worden vervoerd. De achterin geplaatste 143pk motor drijft naar keuze de voorwielen aan of via een as de propellor. Het laatste gebouwde exemplaar 'vloog' voor $ 50.000,- de deur uit

Alfa Romeo
Alfa is de afkorting van Anonima Lombarda Fabbrica Automobili. Vanaf het moment dat ingenieur Nicola Romeo in 1915 de leiding over Alfa had gekregen, verschenen de auto's onder de merknaam Alfa Romeo. Na eerder in 1933 door de Italiaanse staat te zijn overgenomen, volgde in 1986 overname door Fiat.

Alpine
De suksesvolle rallyrijder en zoon van een Renault dealer in Dieppe, Jean Redele, had zich voor de naam van zijn eigen sportauto laten inspireren door de Rally des Alpes: hij noemde hem Alpine. Renault nam Alpine in 1974 over.

Alvis
Geoffrey de Freville, oprichter van een bedrijf dat zuigers van aluminium - voorzien van een driehoekig stempel met merknaam Alvis erin - produceerde, had een auto met aluminium opbouw ontworpen. De ontwerpen en het recht op de naam Alvis, verkocht hij vervolgens aan ingenieur Thomas George John, die deze ontwerpen omzette in de eerste Alvis, de 10/30. Twee jaar na overname door Rover in 1965 werd de laatste auto met merknaam Alvis gebouwd en ging men tanks voor het leger bouwen. Totdat eind 1994 de Alvis 8, een gepantserd 4 x 4 voertuig met forse afmetingen, op de weg verscheen.

AMC
Afkorting van American Motors Corporation, de firma die in 1954 werd gevormd door de fusie van Nash en Hudson. In 1970 nam AMC de Kaiser- Jeep Corporation over en sloot in 1975 een overeenkomst met Renault. Later, in 1980, zou Renault 41,6% van de aandelen AMC verwerven. Met als gevolg dat AMC naast de eigen modellen tevens de Renault Alliance en Encore (de 9 en 11) bouwde. In 1987 nam Chrysler AMC in zijn geheel over en verdween de naam AMC.

Amphicar
De geestelijke vader van deze door de Duitse firma DWM gebouwde auto/ boot combinatie was Hans Trippel, die in de Tweede Wereldoorlog al een grote ervaring in het ontwerpen van 'Schwimmwagen' had opgebouwd. Voor de aandrijving (via de achterwielen of via twee propellors) zorgt een achterin gebouwde 1100cc Triumph Herald motor. In beide gevallen dienen de voorwielen als stuurmechanisme. De Amphicar werd gedurende de 60'er jaren gebouwd in een Berlijnse fabriek.

Aston Martin
Het woord Aston is afgeleid van de klimraces in Aston Clinton waar mede-oprichter Lionel Martin eerder al een race had gewonnen in een Singer. In 1950 redde het David Brown-concern, een fabrikant van onder andere landbouwtraktoren, Aston Martin van de ondergang. De aanduiding 'DB' van Aston Martin's vindt hier zijn oorsprong. Aston Martin zou nog meermaals van eigenaar verwisselen, totdat Ford het in 1987 voor het zeggen kreeg.

Audi
Oprichter van het automerk Horch, August Horch, richtte na ruzie met de leiding daarvan een nieuwe firma op, dat de naam Audi - het Latijnse woord voor het Duitse horch (luisteren) - meekreeg. In 1932 fuseerden Audi, DKW, Wanderer en Horch tot Auto Union. Toen VW zich, na Mercedes-Benz, in 1965 eigenaar van Audi mocht noemen, groeide het merk uit tot de 'Cadillac' van Volkswagen. De vier ringen in het logo van Audi staan voor de firma's die Auto Union vormden.

Austin
Na zijn terugkeer uit Australie ontwierp Herbert Austin voor Wolseley auto's. Na een ruzie met de direktie van Vickers, de eigenaren van Wolseley, besloot hij voor zich zelf te beginnen. In 1905 vond hij in Longbridge de geschikte lokatie (een leegstaande metaalfabriek) om zijn Austin's te fabriceren. Austin fuseerde in 1952 met Morris en vormde de British Motor Corporation. Daarna kreeg het concern de naam British Leyland, om tenslotte te eindigen als Rover Group.

Austin-Healey
Donald Healey bouwde al zo'n 6 jaar auto's onder eigen naam, toen hij in 1951 besloot om samen met zijn zoon Geoffrey een nieuwe sportwagen te produceren met een 2.6 liter Austin motor. Deze Healey kreeg de aanduiding '100' (de verwachte topsnelheid in mijlen) en debuteerde op de London Motor Show van 1952. Sir Leonard Lord, direkteur BMC, zag veel in die auto en besloot, nog voor het einde van die show, tot samenwer- king. Met als merkwaardig gevolg dat de auto die als Healey de show binnenkwam, weer vertrok als een Austin-Healey. De 'big' Healey werd geproduceerd tot 1968 en de laatste Sprite werd gebouwd in 1971.

Autobianchi
Ontstaan in 1955 uit de fusie van Bianchi - het bedrijf van oprichter Edoardo Bianchi en een van de eerste grote Italiaanse autofabrikanten - Fiat en Pirelli. Auto's voorzien van het label Autobianchi waren om voor de hand liggende redenen gebaseerd op Fiat techniek en verlieten in 1970 voor het laatst de lopende band.

Avanti
Raymond Loewy, de bekende industrieel ontwerper die onder andere het Coca-Cola flesje zijn vorm gaf, ontwierp samen met zijn team in slechts 40 dagen voor Studebaker het model Avanti. In 1962 verscheen de als reddingspoging voor Studebaker bedoelde Avanti met glasfiber koetswerk op de markt. Het mocht echter niet meer baten, want een jaar later was Studebaker geschiedenis. De Avanti echter niet, want de Avanti Motor Corporation lanceerde hem in 1965 als zelfstandig merk. Met onderbrekingen - veroorzaakt door wisselend eigenaarschap van de Corporation (een van de eigenaren ging bijvoorbeeld failliet door problemen met hoogglans verf die bleek te bladderen in fel zonlicht) - zou de Avanti t/m 1991 in produktie blijven.