Samenvatting
Hoe kom je op een autosnelweg? Hoe verlaat je een autosnelweg? Gedrag, borden en begrippen
Van gewone weg naar autosnelweg
Een autosnelweg ga je op via een
oprit.
Op een oprit kun je toeritdosering (
I49 ) tegenkomen. Dan moet je wellicht wachten voor
toeritdoseerlichten. Als je door kunt rijden dan moet je je snelheid gaan verhogen.
Op de oprit kom je het bord autosnelweg (
G01 ) tegen.
Op de oprit kan ook een bord (
A01 ) staan dat de maximumsnelheid (vaak 100 km/uur) aangeeft.
Een oprit komt uit op een
invoegstrook. Die is door een blokmarkering (
I50 ) gescheiden van de hoofdrijbaan. Zorg dat je snelheid ongeveer gelijk is aan de verkeersstroom op rechter rijstrook van de hoofdrijbaan.
Ga nu invoegen zodra dat veilig kan.
Let op! Je mag niet op de
vluchtstrook gaan rijden. Kun je echt niet invoegen, dan moet je stoppen op de invoegstrook.
Rijden op de autosnelweg
In principe is de maximumsnelheid 120 km per uur (
I36 ).
Op veel autosnelwegen geldt echter een maximumsnelheid van 100 km per uur. Dat is dan eerder op de oprit aangekondigd en het wordt met bord (
A08 ) herhaald op de middenvangrail.
Je moet je houden aan de verboden en geboden van de rijstrooksignalering (zie:
I38 en
R-Lichten).
Als er file dreigt, of als er verderop file staat, dan wordt de maximumsnelheid verlaagd tot 50 km per uur (
I44 ).
Splitsing van autosnelwegen
Een autosnelweg kan zich splitsen. Voordat dat gebeurt, zijn de scheiden rijstroken gescheiden door een blokmarkering (
I50 ). Op de splitsing staat in het miden bord
X10.
De afsplitsing kan 1 rijstrook breed zijn, maar ook meerdere rijstroken. In het laatste geval is er vaak sprake van een
taper. Hoe de rijstrooksituatie eruit ziet wordt dan weergegeven met bord
L13 (taper). Je kunt het beste de meest rechtse rijstrook kiezen omdat die uitkomt op een
invoegstrook.
Samenvoeging van autosnelwegen
Steeds vaker gaat een samenvoeging met een taper. Zie hierboven.
Het komt vaak voor dat na een samenvoeging een aanvankelijke extra rijstrook vervalt. Dat wordt aangekondigd met bord
L05. Om agressie en irritatie te voorkomen, en de doorstroming te bevorderen, wordt ritsen (
0901 ) aanbevolen. De bestuurders op de hoofdrijstrook laten de autos op de rijstrook die gaat vervallen er een-voor-een tussen.
Autosnelweg verlaten
Een autosnelweg verlaat je via een
uitrijstrook (uitvoegstrook). Een uitrijstrook is door een blokmarkering (
I50 ) gescheiden van de hoofdrijbaan.
Je voegt eerst uit. Dat is wisselen van rijstrook; van de rechter rijstrook van de hoofdrijbaan naar de uitvoegstrook. Pas op de uitvoegstrook minder je snelheid.
Bij bord
X10 gaat de uitvoegstrook over in een
afrit. Op de afrit breng je je snelheid verder terug.
Autosnelweg: diversen
Zijn twee rijstroken gescheiden door een blokmarkering (
I50 ) dan mag je op de rechtse strook rechts inhalen.
Je kunt aan de wegcodering zien dat je op een autosnelweg terecht komt. Bijvoorbeeld A12, A27, E19 en E10. Die tref je aan op wegwijzers en soms ook op het wegdek.
Autosnelweg: borden
-
G01 Autosnelweg
-
G02 Einde autosnelweg
-
G03 Autoweg
-
G04 Einde autoweg
-
L01 Hoogte doorgang
-
L05 Einde rijstrook
-
0901 Ritsen vanaf hier
-
L06 Splitsing
-
L07 Aantal doorgaande rijstroken
-
L09 Vooraanduiding doodlopende weg
-
L10 Vooraanduiding verkeersmaatregel voor de aangegeven richting
-
L11 Verkeersbord geldt alleen voor de aangegeven rijstrook/rijstroken
-
L12 Verkeersbord geldt alleen voor de aangegeven rijstrook
-
L13 Taper - Linker strook komt uit op doorgaande rijstrook
-
R01 Maximumsnelheid (licht boven rijstrook)
-
R02 Einde eerdere verboden voor deze rijstrook
-
R03 Rijstrook gaan verlaten
-
R04 Rijstrook verboden
-
R05 Rijstrook mag worden gebruikt
-
R06 Rijstrook bestemd voor lijnbus of autobus
-
X01 Bochtschild
-
X03 Korte invoegstrook
-
X04 Einde vluchtstrook
-
X10 Uitrijstrook wordt afrit; uitvoegstrook wordt afrit
-
X11 Splitsing van autosnelwegen