Samenvatting
Sommige situaties vereisen extra aandacht. Let goed op (spelende) kinderen, oudere mensen, rij- of trekdieren, vee, ruiters, fietsers in het donker, vrachtauto’s, bussen (hebben beperkt zicht) en voorrangsvoertuigen.
Risico’s ander verkeer: verplicht
Je bent verplicht extra goed op te letten bij het tegenkomen van de volgende verkeersdeelnemers:
voorrangsvoertuigen (herkenbaar aan blauw zwaailicht en drietonige hoorn): laat hen altijd voorgaan;
voetgangers: in het donker of bij regenachtig weer zijn zij niet goed zichtbaar;
kinderen: zij spelen vaak op straat en letten meestal niet goed op, let daarom op hen
I22; Vooral op een
erf (
woonerf) moet je extra opletten (je moet daar zo langzaam mogelijk rijden).
oudere mensen: hebben een trager reactievermogen en bewegen zich niet zo snel voort, houd daar rekening mee en minder vaart;
fietsers: in het donker zijn zij niet goed zichtbaar wanneer zij geen of onvoldoende verlichting hebben;
vrachtauto, bus: hebben vaak een beperkt zicht, houd er rekening mee dat ze jou niet goed kunnen zien, let vooral op in bochten. Ze hebben tevens een langere remweg. Let ook op het uitzwenken van de voertuigen, houdt voldoende afstand. Let bij bussen op het wegrijden bij een bushalte, je moet de bus dan voorrang verlenen;
rij- of trekdieren, vee en ruiters: let op de schrikachtigheid van dieren. Nader ze met een rustige snelheid, passeer ze met ruime afstand en claxonneer niet.
Je moet extra opletten wanneer een fietspad (of fiets/bromfietspad) eindigt. Je komt dan (plotseling) op de gewone rijbaan terecht en moet wellicht andere
weggebruikers laten voorgaan. Zie ook hoofdstuk
SM (voorrang).
Risico’s ander verkeer: borden
De volgende borden waarschuwen je voor ander verkeer en ‘oneigenlijke weggebruikers’.
G09 Ruiterpad
G10 Einde ruiterpad
J21 Kinderen
J23 Voetgangers
J24 Fietsers en/of snorfietsers en/of bromfietsers
J27 Groot wild
J28 Vee
J29 Pas op! Tegenliggers
J30 Laagvliegende vliegtuigen
J33 File
J34 Ongeval
Sluiten
I22; Vooral op een
erf (
woonerf) moet je extra opletten (je moet daar zo langzaam mogelijk rijden).
oudere mensen: hebben een trager reactievermogen en bewegen zich niet zo snel voort, houd daar rekening mee en minder vaart;
fietsers: in het donker zijn zij niet goed zichtbaar wanneer zij geen of onvoldoende verlichting hebben;
vrachtauto, bus: hebben vaak een beperkt zicht, houd er rekening mee dat ze jou niet goed kunnen zien, let vooral op in bochten. Ze hebben tevens een langere remweg. Let ook op het uitzwenken van de voertuigen, houdt voldoende afstand. Let bij bussen op het wegrijden bij een bushalte, je moet de bus dan voorrang verlenen;
rij- of trekdieren, vee en ruiters: let op de schrikachtigheid van dieren. Nader ze met een rustige snelheid, passeer ze met ruime afstand en claxonneer niet.
www.rijexamen.com