Samenvatting
Sommige weersomstandigheden brengen risicos met zich mee. Je moet je gedrag daarop afstemmen. Kijk extra uit bij heftige regen, sneeuw, mist, intredende vorst en bij een laagstaande zon.
Weersomstandigheden: verplicht
Je bent verplicht om extra op te letten en vaart te minderen in de volgende omstandigheden:
op onverharde wegen en bospaden (je bromfiets is dan minder stabiel);
bij regen; het wegdek wordt glad, bladeren op de weg versterken dit effect (
I23);
bij ijzel; dit maakt de weg spiegelglad;
bij intredende vorst; natte weggedeelten vriezen op en worden spekglad;
bij sneeuwval;
bij mist; je zicht kan hierdoor belemmerd worden;
bij een laagstaande zon; het zonlicht kan je verblinden.
Is het zicht slecht, dan moet je (sinds 15 december 1999) ook overdag het dimlicht aanzetten.
Weersomstandigheden: effecten
Een glad wegdek
verlengt de remweg;
maakt je brom- of snorfiets minder stabiel (wegglijden).
Weer en weg: verkeersborden
Verkeersborden die te maken hebben met weersomstandigheden en de toestand van de weg zijn:
J01 Slecht wegdek
J02 Bocht naar rechts
J03 Bocht naar links
J04 S-bocht(en), eerst naar rechts
J05 S-bocht(en), eerst naar links
J06 Steile helling
J07 Gevaarlijke daling
J16 Werk in uitvoering
J17 Rijbaanversmalling
J18 Rijbaanversmalling rechts
J19 Rijbaanversmalling links
J20 Slipgevaar
J25 Losliggende stenen
J26 Kade of rivieroever
J31 Zijwind
J35 Slecht zicht door sneeuw, regen of mist
J36 IJzel of sneeuw
J37 Gevaar (de aard van het gevaar is aangegeven op het onderbord)
L01 Hoogte doorgang
X01 Bochtschild
X02 Schrikhekken
X08 Drempels
Kom je een van deze borden tegen, pas je verkeersgedrag aan; minder snelheid.